woensdag 15 december 2010

Roddelen

Dit spelletje, wat (op het moment van dit schrijven) wekelijks te zien is in het programma: "ik hou van Holland", is een prima taaloefening voor kinderen. Het kan gespeeld worden met twee of meer teams. Zorg voor evenveel teksten als teams. Zorg dat er 10 sleutelwoorden in iedere tekst voorkomen. Drie kinderen van een team gaan de gang op. De spelleider leest aan nummer 1 de tekst voor. Nummer 2 wordt gehaald en 1 vertelt de tekst aan nummer 2. Dan nummer 2 aan nr. 3. Tenslotte nummer 3 aan 4. Nummer 4 vertelt dan het verhaal als laatste. Voor ieder goed sleutelwoord krijgt het team een punt.

Aantal spelers: 4 per team; 2 of meer teams
Verhalen met 10 sleutelwoorden achter op bord of groot vel.
Drie stoelen op de gang.
Scorebord (turven op bord)

zondag 12 december 2010

'Tic tac tor' of 'boter, kaas en eieren'.

Dit spelletje is ook nog bekend onder de naam: "kruisje/nulletje".
In een dubbel recht kruis verdelen twee spelers om de beurt kruisjes en nulletjes.
Degene die er drie op een rij weet te krijgen (horizontaal, verticaal of diagonaal)
is de winnaar. Varianten op dit spelletje zijn: "Vier op een rij" en "Go bang" (= 5 op een rij)

Aantal spelers: 2
Benodigdheden: pen papier

zondag 5 december 2010

1 woord - 100 woorden

De leerkracht kiest een woord van ongeveer 10 à 12 letters.
Dit woord wordt op het bord geschreven.
De kinderen gaan nu in bv. 5 minuten tijd zoveel mogelijk woorden maken, met de letters die in dat woord zitten.
Alle bestaande woorden worden goed gerekend.
Geen eigen namen of afkortingen.
Voorbeeld:

SINTERKLAAS
sint
aas
tin
laars
ster enz, enz,

Variatie: er bestaan spelletjes in de handel (scryptogram) met dobbelstenen.
Of je kunt kinderen letters laten noemen. (zorg in dat geval voor voldoende klinkers)

N.B. Je mag iedere letter ook maar één keer gebruiken. Twee ee's dus twee keer, enz.

(i)Phone inzetten

Bij veel spelletjes zit er een tijdselement in.
De snelste wint. Soms heb je geen stopwatch of klok.
Op je gsm zit vaak wel een mogelijkheid om een tijdsduur in te stellen.
Bv. drie minuten per groepje.
Na drie minuten gaat er dan een alarm af.

maandag 19 april 2010

Lingo

Een woord van vier, vijf of zes letters komt op het bord (!) in puntjes.
De kinderen gaan raden welk woord daar moet staan.
Een goede letter komt op de goede plaats met bv een groene kleur.
Een foute letter wordt opgeschreven met bv. een rode kleur.
Zo komen er steeds meer letters op de goede plek.
Als een kind een letter op de juiste plek heeft geraden, mag het nog een keer.

Extra moeilijkheidsgraad: begin bij 100 punt en voor ieder fout antwoord gaan er 10 punten van af.

Benodigdheden: schoolbord en (kleur)krijtjes.
Aantal deelnemers: groepje of hele groep.

zondag 4 april 2010

Briefje doorgeven

Dit spelletje staat garant voor flink wat hilariteit. De bedoeling is, dat men gezamenlijk een zin samenstelt. Er wordt een briefje doorgegeven aan een volgende persoon in het groepje. Diegene mag niet zien wat zijn/haar voorgangers hebben geschreven. Het gaat als volgt:
  • Een groepje bestaat uit vier personen.
  • Iedere persoon heeft een langwerpig briefje, bv. een half of kwart kladblaadje.
  • In de eerste ronde schrijft iedereen een naam van iemand of een beroep. (Jolanda; de smid)
  • het briefje wordt twee maal omgevouwen en doorgegeven naar links.
  • In de tweede ronde schrijft men een werkwoord: 3de persoon ev. : loopt; fietst; schrijft etc
  • In de derde ronde schrijft men een voorzetsel: in; op; onder; naast enz.
  • In de vierde ronde schrijft men een lidwoord met zelfstandig naamwoord: de kast; het bord etc.
  • het briefje is nu weer terug bij nummer 1. Deze persoon rolt zijn papiertje open en leest de zin voor. Alle anderen doen dit ook.

Benodigdheden: stroken papier; potloden of pennen
Aantal personen: 2, 4 of meerdere groepjes van 4

dinsdag 23 maart 2010

ABC

In een van te voren vastgestelde tijd schrijven de kinderen zoveel mogelijk woorden op, over een bepaald onderwerp. Bv. meisjesnamen; muziekinstrumenten; dieren etc.
Degene met de meeste goede antwoorden heeft gewonnen.

Aantal deelnemers: 2 t/m hele groep
Benodigdheden: blad met alfabet; zandloper; stopwatch of wekker

Ik ga op reis met mijn koffertje en neem mee:

... een tandenborstel; een pyjama; etc.
De opstelling: bv een kring. Het voorgaande wordt iedere keer herhaald en degene die aan de beurt is, bedenkt er wat nieuws bij. De eerste zin moet gezegd worden!

Aantal deelnemers: 5 t/m hele groep
Benodigdheden: geen

Rekenbingo

De kinderen krijgen een reken-bingokaart. Dit is een gewone bingokaart. Alleen worden de nummers verpakt als som:
10 + 11= .. of 9 x 9 = ..
De rest gaat precies hetzelfde als bij het gewone bingospel. Eerst voor een rijtje; dan voor de volle kaart. Eventueel met prijsjes: succes verzekerd!

Aantal deelnemers: hele groep
Benodigdheden: bingobriefjes of -kaarten

Tip: Heb je geen bingokaarten? Geen nood! Laat de kinderen er zelf een maken. Geef ieder kind een 100-veld en laat het 15 à 20 getallen inkleuren of omcirkelen. Dat zijn dan hun bingogetallen.

zondag 21 maart 2010

Wie of wat heb ik in gedachten?

Ook dit oude spelletje is door de televisie geadopteerd als gezellige quiz onder de naam: "Wie (wat, waar) ben ik?". Wie kan zich de hilarische momenten met André van Duin en Ron Brandsteder niet herinneren?

Aantal deelnemers: 2 tot een hele klas.
Benodigdheden: stevig papier (in quizvorm)

De eenvoudigere vorm is goed in de klas te spelen. Iemand neemt iets of iemand in gedachten.
De anderen stellen vragen. Deze vragen mogen alleen met 'ja, nee of ook' beantwoord worden. Het vereist dus een speciale manier van vragen stellen! Bij 'ja' mag de vragensteller nogmaals. Bij 'nee' de volgende uit de rij. Degene die het woord raadt, mag het volgende woord doen.

Variatie:
  • Dit is leuk om op een speciale dag te spelen: verjaardag van de juf of iets dergelijks. Het gaat dan eigenlijk hetzelfde als in het TV programma. Er zijn twee teams van drie of ev. vier spelers. De juf zet kaartjes neer (gevouwen met het woord alleen aan de voorkant). De tegenpartij ziet de woorden nu wel maar degene waar het kaartje vóór staat weet nergens van. Het publiek kan op deze manier meegenieten. Er worden nu meerdere woorden tegelijk gespeeld per ronde. Succes verzekerd! Voor deze variant heb je stevig papier / karton nodig om te vouwen en de woorden op te schrijven. Woorden uit een woordpakket van woordenschat kunnen goed dienst doen.

Hangertje of galgje

Dit spelletje is al heel oud. Het werd ook op de TV gebruikt bij de quiz "Rad van fortuin".

Aantal deelnemers: 2 tot een hele groep
Benodigdheden: papier en pen / schoolbord en krijt

Iemand kiest een woord.
Dat woord komt in puntjes op het bord.
Er wordt steeds een letter geraden en als die letter goed is, komt die op het corresponderende puntje te staan. Als die letter er meer dan een keer in zit, komen die er ook bij te staan.
Voorbeeld:

televisie
.e.e....e

Is de letter fout, dan krijgt de 'tegenstander' een stukje van de galg of een streepje.
Van te voren het aantal streepjes of de grootte van de galg afspreken.
Een alfabet als hulpmiddel is handig, ook om reeds genoemde letters door te strepen.

Variaties:
  • Twee kinderen met papier
  • De hele groep met schoolbord; het kind kan spelleider zijn over zijn/haar eigen woord. In dat geval op het rijtje af; bij een goede letter nogmaals, anders de volgende. Degene die het woord raadt, is de volgende spelleider. Controle van de woordspelling gewenst!

Geen ja / geen nee

Aantal deelnemers: 2 tot een hele klas
Benodigdheden: geen

Dit spelletje speelde ik zelf al als kind. Het is al zo oud. Het werkt als volgt:

Een persoon stelt vragen en de ander geeft antwoord.
Diegene mag geen ja en geen nee zeggen.
De kunst voor de vragensteller is om de vragen zo te stellen, dat degene die antwoord geeft, wel 'ja' móét zeggen. Omgekeerd is het voor de 'antwoorder' zaak, om deze woorden dus juist niet te gebruiken.

Variaties:
  • Op het rijtje af stellen de kinderen een of meer vragen. Degene die 'de antwoorder' afmaakt, wordt hem dan.
  • In plaats van ja/nee kan een ander woord gekozen worden. (Uh... is bv. erg moeilijk)

Taal - en rekenspelletjes

Hallo allemaal,

Ik ben Anneke Peters en ik sta in het dagelijkse leven (vier dagen wel te verstaan) voor de klas op een basisschool in Lelystad. Dit schooljaar heb ik een combinatie 4/5. Ik vind het leuk om spelletjes te doen met de kinderen. Vaak heb je een paar minuten over en wat is er dan leuker dan de hele klas te betrekken bij een leuk spelletje. Kinderen vinden het wedstrijd-element vaak ontzettend leuk en zijn heel erg gemotiveerd om mee te doen.
Dat deze taalspelletjes leuk zijn wordt wel bevestigd door het feit, dat de TV heel veel van deze spelletjes als quiz heeft uitgebracht of als onderdeel van een taalquiz of ander interactief populair programma. Je kunt thuis immers meedoen en je kennis testen op allerlei gebieden.
Hier ga ik proberen om alle spelletjes te bundelen en te sorteren naar soort. Zo langzamerhand heb ik een waslijst met spelletjes. Laat het gerust weten als je aanvullingen of ideeën hebt.

Vriendelijke groet, Anneke