zondag 10 februari 2013

Ik zie een orkest en ik hoor...


Dit spelletje is een beetje vergelijkbaar met: ik ga op reis en neem mee. Voor dit spel heb je veel verschillende muziekinstrumenten nodig. De zin wordt gezegd en het kind kiest een instrument en benoemt het. Voor de rest gaat het zoals het spel 'ik ga op reis'. De spelleider schrijft de verschillende woorden op en benoemt in het begin de verschillende instrumentnamen, als de kinderen het niet weten.

woensdag 15 december 2010

Roddelen

Dit spelletje, wat (op het moment van dit schrijven) wekelijks te zien is in het programma: "ik hou van Holland", is een prima taaloefening voor kinderen. Het kan gespeeld worden met twee of meer teams. Zorg voor evenveel teksten als teams. Zorg dat er 10 sleutelwoorden in iedere tekst voorkomen. Drie kinderen van een team gaan de gang op. De spelleider leest aan nummer 1 de tekst voor. Nummer 2 wordt gehaald en 1 vertelt de tekst aan nummer 2. Dan nummer 2 aan nr. 3. Tenslotte nummer 3 aan 4. Nummer 4 vertelt dan het verhaal als laatste. Voor ieder goed sleutelwoord krijgt het team een punt.

Aantal spelers: 4 per team; 2 of meer teams
Verhalen met 10 sleutelwoorden achter op bord of groot vel.
Drie stoelen op de gang.
Scorebord (turven op bord)

zondag 12 december 2010

'Tic tac tor' of 'boter, kaas en eieren'.

Dit spelletje is ook nog bekend onder de naam: "kruisje/nulletje".
In een dubbel recht kruis verdelen twee spelers om de beurt kruisjes en nulletjes.
Degene die er drie op een rij weet te krijgen (horizontaal, verticaal of diagonaal)
is de winnaar. Varianten op dit spelletje zijn: "Vier op een rij" en "Go bang" (= 5 op een rij)

Aantal spelers: 2
Benodigdheden: pen papier

zondag 5 december 2010

1 woord - 100 woorden

De leerkracht kiest een woord van ongeveer 10 à 12 letters.
Dit woord wordt op het bord geschreven.
De kinderen gaan nu in bv. 5 minuten tijd zoveel mogelijk woorden maken, met de letters die in dat woord zitten.
Alle bestaande woorden worden goed gerekend.
Geen eigen namen of afkortingen.
Voorbeeld:

SINTERKLAAS
sint
aas
tin
laars
ster enz, enz,

Variatie: er bestaan spelletjes in de handel (scryptogram) met dobbelstenen.
Of je kunt kinderen letters laten noemen. (zorg in dat geval voor voldoende klinkers)

N.B. Je mag iedere letter ook maar één keer gebruiken. Twee ee's dus twee keer, enz.

(i)Phone inzetten

Bij veel spelletjes zit er een tijdselement in.
De snelste wint. Soms heb je geen stopwatch of klok.
Op je gsm zit vaak wel een mogelijkheid om een tijdsduur in te stellen.
Bv. drie minuten per groepje.
Na drie minuten gaat er dan een alarm af.

maandag 19 april 2010

Lingo

Een woord van vier, vijf of zes letters komt op het bord (!) in puntjes.
De kinderen gaan raden welk woord daar moet staan.
Een goede letter komt op de goede plaats met bv een groene kleur.
Een foute letter wordt opgeschreven met bv. een rode kleur.
Zo komen er steeds meer letters op de goede plek.
Als een kind een letter op de juiste plek heeft geraden, mag het nog een keer.

Extra moeilijkheidsgraad: begin bij 100 punt en voor ieder fout antwoord gaan er 10 punten van af.

Benodigdheden: schoolbord en (kleur)krijtjes.
Aantal deelnemers: groepje of hele groep.

zondag 4 april 2010

Briefje doorgeven

Dit spelletje staat garant voor flink wat hilariteit. De bedoeling is, dat men gezamenlijk een zin samenstelt. Er wordt een briefje doorgegeven aan een volgende persoon in het groepje. Diegene mag niet zien wat zijn/haar voorgangers hebben geschreven. Het gaat als volgt:
  • Een groepje bestaat uit vier personen.
  • Iedere persoon heeft een langwerpig briefje, bv. een half of kwart kladblaadje.
  • In de eerste ronde schrijft iedereen een naam van iemand of een beroep. (Jolanda; de smid)
  • het briefje wordt twee maal omgevouwen en doorgegeven naar links.
  • In de tweede ronde schrijft men een werkwoord: 3de persoon ev. : loopt; fietst; schrijft etc
  • In de derde ronde schrijft men een voorzetsel: in; op; onder; naast enz.
  • In de vierde ronde schrijft men een lidwoord met zelfstandig naamwoord: de kast; het bord etc.
  • het briefje is nu weer terug bij nummer 1. Deze persoon rolt zijn papiertje open en leest de zin voor. Alle anderen doen dit ook.

Benodigdheden: stroken papier; potloden of pennen
Aantal personen: 2, 4 of meerdere groepjes van 4