dinsdag 23 maart 2010

ABC

In een van te voren vastgestelde tijd schrijven de kinderen zoveel mogelijk woorden op, over een bepaald onderwerp. Bv. meisjesnamen; muziekinstrumenten; dieren etc.
Degene met de meeste goede antwoorden heeft gewonnen.

Aantal deelnemers: 2 t/m hele groep
Benodigdheden: blad met alfabet; zandloper; stopwatch of wekker

Ik ga op reis met mijn koffertje en neem mee:

... een tandenborstel; een pyjama; etc.
De opstelling: bv een kring. Het voorgaande wordt iedere keer herhaald en degene die aan de beurt is, bedenkt er wat nieuws bij. De eerste zin moet gezegd worden!

Aantal deelnemers: 5 t/m hele groep
Benodigdheden: geen

Rekenbingo

De kinderen krijgen een reken-bingokaart. Dit is een gewone bingokaart. Alleen worden de nummers verpakt als som:
10 + 11= .. of 9 x 9 = ..
De rest gaat precies hetzelfde als bij het gewone bingospel. Eerst voor een rijtje; dan voor de volle kaart. Eventueel met prijsjes: succes verzekerd!

Aantal deelnemers: hele groep
Benodigdheden: bingobriefjes of -kaarten

Tip: Heb je geen bingokaarten? Geen nood! Laat de kinderen er zelf een maken. Geef ieder kind een 100-veld en laat het 15 à 20 getallen inkleuren of omcirkelen. Dat zijn dan hun bingogetallen.

zondag 21 maart 2010

Wie of wat heb ik in gedachten?

Ook dit oude spelletje is door de televisie geadopteerd als gezellige quiz onder de naam: "Wie (wat, waar) ben ik?". Wie kan zich de hilarische momenten met André van Duin en Ron Brandsteder niet herinneren?

Aantal deelnemers: 2 tot een hele klas.
Benodigdheden: stevig papier (in quizvorm)

De eenvoudigere vorm is goed in de klas te spelen. Iemand neemt iets of iemand in gedachten.
De anderen stellen vragen. Deze vragen mogen alleen met 'ja, nee of ook' beantwoord worden. Het vereist dus een speciale manier van vragen stellen! Bij 'ja' mag de vragensteller nogmaals. Bij 'nee' de volgende uit de rij. Degene die het woord raadt, mag het volgende woord doen.

Variatie:
  • Dit is leuk om op een speciale dag te spelen: verjaardag van de juf of iets dergelijks. Het gaat dan eigenlijk hetzelfde als in het TV programma. Er zijn twee teams van drie of ev. vier spelers. De juf zet kaartjes neer (gevouwen met het woord alleen aan de voorkant). De tegenpartij ziet de woorden nu wel maar degene waar het kaartje vóór staat weet nergens van. Het publiek kan op deze manier meegenieten. Er worden nu meerdere woorden tegelijk gespeeld per ronde. Succes verzekerd! Voor deze variant heb je stevig papier / karton nodig om te vouwen en de woorden op te schrijven. Woorden uit een woordpakket van woordenschat kunnen goed dienst doen.

Hangertje of galgje

Dit spelletje is al heel oud. Het werd ook op de TV gebruikt bij de quiz "Rad van fortuin".

Aantal deelnemers: 2 tot een hele groep
Benodigdheden: papier en pen / schoolbord en krijt

Iemand kiest een woord.
Dat woord komt in puntjes op het bord.
Er wordt steeds een letter geraden en als die letter goed is, komt die op het corresponderende puntje te staan. Als die letter er meer dan een keer in zit, komen die er ook bij te staan.
Voorbeeld:

televisie
.e.e....e

Is de letter fout, dan krijgt de 'tegenstander' een stukje van de galg of een streepje.
Van te voren het aantal streepjes of de grootte van de galg afspreken.
Een alfabet als hulpmiddel is handig, ook om reeds genoemde letters door te strepen.

Variaties:
  • Twee kinderen met papier
  • De hele groep met schoolbord; het kind kan spelleider zijn over zijn/haar eigen woord. In dat geval op het rijtje af; bij een goede letter nogmaals, anders de volgende. Degene die het woord raadt, is de volgende spelleider. Controle van de woordspelling gewenst!

Geen ja / geen nee

Aantal deelnemers: 2 tot een hele klas
Benodigdheden: geen

Dit spelletje speelde ik zelf al als kind. Het is al zo oud. Het werkt als volgt:

Een persoon stelt vragen en de ander geeft antwoord.
Diegene mag geen ja en geen nee zeggen.
De kunst voor de vragensteller is om de vragen zo te stellen, dat degene die antwoord geeft, wel 'ja' móét zeggen. Omgekeerd is het voor de 'antwoorder' zaak, om deze woorden dus juist niet te gebruiken.

Variaties:
  • Op het rijtje af stellen de kinderen een of meer vragen. Degene die 'de antwoorder' afmaakt, wordt hem dan.
  • In plaats van ja/nee kan een ander woord gekozen worden. (Uh... is bv. erg moeilijk)

Taal - en rekenspelletjes

Hallo allemaal,

Ik ben Anneke Peters en ik sta in het dagelijkse leven (vier dagen wel te verstaan) voor de klas op een basisschool in Lelystad. Dit schooljaar heb ik een combinatie 4/5. Ik vind het leuk om spelletjes te doen met de kinderen. Vaak heb je een paar minuten over en wat is er dan leuker dan de hele klas te betrekken bij een leuk spelletje. Kinderen vinden het wedstrijd-element vaak ontzettend leuk en zijn heel erg gemotiveerd om mee te doen.
Dat deze taalspelletjes leuk zijn wordt wel bevestigd door het feit, dat de TV heel veel van deze spelletjes als quiz heeft uitgebracht of als onderdeel van een taalquiz of ander interactief populair programma. Je kunt thuis immers meedoen en je kennis testen op allerlei gebieden.
Hier ga ik proberen om alle spelletjes te bundelen en te sorteren naar soort. Zo langzamerhand heb ik een waslijst met spelletjes. Laat het gerust weten als je aanvullingen of ideeën hebt.

Vriendelijke groet, Anneke